Wat is een goede netwerker? Het stereotiepe beeld is iemand met een vlotte babbel die strooit met visitekaartjes, die heel makkelijk contact legt en veel mensen kent. Het is dan ook verrassend dat één van de beste netwerkers ter wereld een verlegen persoon is, die liever anderen aan elkaar koppelt dan zelf nieuwe contacten legt. Adam Rifkin werd in 2011 door Fortune tot beste netwerker gekroond. Fortune had een uitgebreid social media onderzoek gedaan naar wie de meeste Linkedin connecties had met de 640 meest invloedrijke Amerikanen (CEOs, slimste mensen in technologische sectors, machtigste vrouwen en rising stars). De winnaar, Adam Rifkin, was zelf niet een machtige CEO of politicus, maar een relatief onbekende, verlegen computer nerd. Wat is het geheim van Adam Rifkin? Wat kunnen we van hem leren? Rifkin bouwde zijn netwerk geleidelijk op, eigenlijk zonder het doel om er zelf direct beter van te worden. Hij hielp door de jaren heen vooral anderen. Vaak waren dat voor hem kleine gunsten, hij stelde mensen aan elkaar voor en soms verleende som hij wat grotere gunsten zoals het bouwen van een website die hij schonk aan de band Green Day.
Sociaal Kapitaal
Het voorbeeld van Rifkin is voor de meeste mensen niet rechtstreeks te kopiëren. We zijn niet allemaal in staat om een prachtige website of iets vergelijkbaars te maken en te schenken. En we zijn waarschijnlijk ook niet allemaal gezegend met de onzelfzuchtige aard van een Moeder Theresa of Ghandi. Toch is het goed om te begrijpen wat generositeit kan bereiken. Door kleine en wat grotere gunsten te verlenen, bouw je een netwerk vol “goodwill” op. Deze goeie wil van je connecties – kennissen en vrienden – is de bron van wat we ook wel sociaal kapitaal noemen. Je kan je connecties in je netwerk later om een wedergunst vragen. En vaak brengen ze die uit zichzelf..
Generositeit is besmettelijk
Adam Rifkin is een ondernemer, en laat zien dat generositeit kan lonen voor ondernemers. Binnen een organisatie kan generositeit nog grotere effecten hebben. Amerikaanse onderzoekers hebben laten zien dat in sociale dilemma’s waar het moeilijk is om samen te werken aan een collectief doel, mensen die consistent blijven samenwerken en geven (de zogenaamde “consistent contributers”) van groot belang zijn. Het blijkt dat generositeit, het elkaar helpen, besmettelijk is. Door je coöperatief op te stellen, is de kans groot dat je collega’s dat ook doen. Een kleine groep “consistent contributors” kan hardnekkige coöperatie problemen op lossen. Door hun volhardende samenwerking en positieve instelling veranderen percepties van coöperatieve normen van andere werknemers. Dit kan als een katalysator voor coöperatief gedrag van anderen werken. Als een kleine groep volhardend coöperatief is, kan er een cascade van coöperatief gedrag ontstaan, samenwerken wordt de norm. Dit is natuurlijk van groot belang voor organisaties, omdat geen organisatie kan overleven zonder een coöperatieve instelling van haar werknemers. Maar het is ook van belang voor individuele werknemers, door je coöperatief op te stellen, kan je een rimpeleffect van samenwerking in gang zetten, die jezelf later weer ten goede komt.
Een goede netwerker bouwt aan zijn of haar sociaal kapitaal. Dit kan iedereen leren, of je nu een introverte Nerd bent of een extraverte flamboyante allemansvriend. Niet iedereen kan een “consistent contributer” zijn. Het is van belang om de eigen reserves in de gaten te houden. Geven en samenwerking kan energie opwekken; er is onderzoek dat laat zien dat social support de social support gever vaak meer energie geeft, dan de ontvanger van de support. Maar het is natuurlijk ook zo dat er grenzen aan geven bestaan. Sommige mensen nemen uit plichtsgevoel taken op zich die anderen in een organisatie laten liggen, zonder dat hen dat zelf weer oplaadt. Dit soort geven is in de praktijk niet voor langere tijd houdbaar en zal leiden tot een “gevers burn out”. De gever laadt de batterij niet meer op, er is geen intrinsieke motivatie waardoor energie en bezieling wordt gecreëerd. Bovendien moet de gever er zich bewust van zijn dat “volhardend geven” niet in alle gevallen tot positieve resultaten zal leiden. Geef je teveel dan sla je door, maar geef je niets dan krijg je ook minder.
Soort zoekt soort
Netwerken is niet alleen maar contact leggen; een rijk netwerk bouw je door geleidelijk aan gunsten aan anderen te verlenen, door te geven door bijvoorbeeld anderen met elkaar in contact te brengen. Voor een deel is netwerken dus vooruitzien in de zin dat door te helpen en te geven, je goodwill en een rijk netwerk opbouwt dat later van pas kan komen. Maar met wie moet je contact leggen? Zorg binnen je netwerk diversiteit. Uit onderzoek blijkt dat mensen met diverse netwerken succesvoller zijn. Ze maken sneller carrière en zijn effectiever in hun werk. Maar helaas zoeken mensen nature contact met gelijkgestemden. Het Engels kent een elegant gezegde “birds of a feather flock together”, in het Nederlands iets minder elegant “soort zoekt soort”. Mensen worden aangetrokken door het bekende, het familiaire. Op conferenties praten we het liefst met bekenden. Op het werk, drinken we koffie met “onze” afdeling. Het gevolg van deze tendens is dat in elke (ietwat grotere) organisatie op een gegeven moment verkokering optreedt. Werknemers klitten samen. Ze werken in bepaalde patronen en routines steeds met dezelfde anderen. Dergelijke routines kunnen efficiënt zijn, vooral in statische omgevingen, waarin het werk routinematig is. We weten echter dat dergelijke routinematige werkprocessen en verkokerde netwerken slecht in staat zijn om te veranderen. Dat is voor een deel te wijten aan het feit dat in verkokerde organisaties er weinig kennis is over elkaars expertise, werknemers van verschillende units (afdelingen of teams) zijn daardoor niet in staat om mogelijke synergie / samenwerkingsmogelijkheden te herkennen.
Netwerken in organisaties.
De laatste jaren zijn informele netwerken veelal belangrijker geworden dan hiërarchische structuren voor het goed functioneren van organisaties. Een organisatie is gebaat bij mensen die zich makkelijk bewegen in de organisatie en op die manier rijke netwerken opbouwen, toegang hebben tot diverse kennis en in staat zijn om mensen met elkaar te verbinden. Dit helpt bij het doorbreken van verkokering. Zoek je dit ook voor jouw organisatie? Ga dan op zoek naar actieve gevers. Met een paar actieve gevers kun je een beweging tot meer coöperatief gedrag en kennisdeling al op gang brengen.
door Margriet de Groot, co-founder van Netwerkapp en Netwerktrainer en dr. Gerrit Rooks, ass. professor TU Eindhoven, specialist op het gebied van Netwerkstructuren en netwerkgedrag